Gepubliceerd op 31-10-2017

zaligheid

betekenis & definitie

zaligheid - Zelfstandignaamwoord
1. (religie) een toestand waarin men gerechtvaardigd is tegenover God
De zaligheid van paus Johannes Paulus II is onlangs door de huidige paus afgekondigd.
2. overdrachtelijk iets geweldig fijns
Wat een zaligheid dat je eindelijk voor dat examen geslaagd bent!

Woordherkomst
afgeleid van zalig met het achtervoegsel -heid