Gepubliceerd op 31-10-2017

zakloop

betekenis & definitie

zakloop - Zelfstandignaamwoord
1. wedstrijd waarbij deelnemers een bepaald traject zo snel mogelijk moeten afleggen met hun benen en voeten in een zak
Hier zien we hoe prins Philip, koningin Elizabeth en prins Charles lachen terwijl ze de kandidaten van een zakloop in Braemar, Schotland, aanmoedigen.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van zaklopen, ook op te vatten als samenstelling van zak(zelfstandig naamwoord) en loop(zelfstandig naamwoord)

Synoniemen
zaklopen