Gepubliceerd op 31-10-2017

woonschip

betekenis & definitie

woonschip - Zelfstandignaamwoord
1. schip dat speciaal gebouwd en uitgerust is om in te wonen en niet zozeer om mee te varen

Woordherkomst
samenstelling van woon(werkwoord) en schip

Synoniemen
woonboot

Verwante begrippen
boorschip, bulkschip, containerschip, cruiseschip, ferryboot, gastanker, ijsbreker, koelschip, luchtkussenvaartuig, motorboot, motorjacht, sleepboot, tanker, treiler, vleugelboot