Gepubliceerd op 31-10-2017

wonderschoon

betekenis & definitie

wonderschoon - Bijvoeglijk naamwoord
1. heel erg mooi
„De allermooiste negerin van de hele wereld en haar blonde wonderschone vriendin verdwijnen in de bocht”, staat in Gipharts roman Ik ook van jou uit 1992. Het zinnetje in het best verkochte debuut van dat jaar was indertijd niet aanstootgevend. Vorige week besloot uitgeverij Nijgh & Van Ditmar tot een jubileumeditie. De vraag was alleen: wat te doen met het woord ‘negerin’ dat enkele malen in de roman voorkomt?

Woordherkomst
samenstelling van wonder en schoon

Synoniemen
beeldschoon, smaakvol, meveilleus,

Antoniemen
lelijk