Gepubliceerd op 31-10-2017

wipstoel

betekenis & definitie

wipstoel - Zelfstandignaamwoord
1. zetel waarin je comfortabel voor- en achterover kunt schommelen
De Arabier was jong en brutaal en ging op een avond op een wipstoel zitten in haar voorgalerij, zeggend dat hij ditmaal niet meer weg zou gaan voor zij hem schadeloos gesteld had op de een of andere wijze.

Woordherkomst
samenstelling van wip(werkwoord) en stoel(zelfstandig naamwoord)

Synoniemen
schommelstoel