Gepubliceerd op 31-10-2017

wieberig

betekenis & definitie

wieberig - Bijvoeglijk naamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) in 'zich wieberig maken': zich uit de voeten maken, de plaat poetsen

Woordherkomst
Herkomst: Bargoens
Naamwoord van handeling van wieberen met het achtervoegsel -ig

Verwante begrippen
Jiddisj: wejievrech