weten - Werkwoord
1. ergens kennis van hebben
♢ Hoe kun je dat nou weten als die stof nog nooit behandeld is?
2. ~ te: erin slagen
♢ Hij wist zijn vader zover te krijgen hem dat geld te geven.
3. te weten te komen: iets ontdekken
♢ De spion probeerde te weten te komen waar de atoomwapens lagen.
weten - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van wijten
♢Wij weten
♢Jullie weten
♢Zij weten
Woordherkomst
Verwant in Germaans:
Duits: wissen
Engels: wit
Oudhoogduits: wizzan
Gotisch: witan
Gepubliceerd op 31-10-2017
weten
betekenis & definitie