werkzaamheid - Zelfstandignaamwoord
1. vlijt, ijver
♢ Wat een werkzaamheid heeft die jongen toch...
2. (uit)werking.
♢ De werkzaamheid van dit medicijn is wetenschappelijk en dubbelblind getest.
3. het werkzaam zijn, de functionaliteit
♢ De werkzaamheid van die machine is erg goed.
4. (wel meervoud) werk
♢ Er werden veel werkzaamheden langs de weg uitgevoerd.
Woordherkomst
Afgeleid van werkzaam met het achtervoegsel -heid.
Gepubliceerd op 31-10-2017
werkzaamheid
betekenis & definitie