Gepubliceerd op 31-10-2017

wekelijks

betekenis & definitie

wekelijks - Bijvoeglijk naamwoord
1. een maal per week, elke week terugkerend
Dit is de wekelijkse markt.

wekelijks - Bijwoord
1. een maal per week, elke week
De kaasboer komt hier wekelijks langs.

Woordherkomst
afgeleid van week met het achtervoegsel -lijks met het invoegsel -e-