wekelijks - Bijvoeglijk naamwoord
1. een maal per week, elke week terugkerend
♢ Dit is de wekelijkse markt.
wekelijks - Bijwoord
1. een maal per week, elke week
♢ De kaasboer komt hier wekelijks langs.
Woordherkomst
afgeleid van week met het achtervoegsel -lijks met het invoegsel -e-
Gepubliceerd op 31-10-2017
wekelijks
betekenis & definitie