Gepubliceerd op 31-10-2017

wandelschoen

betekenis & definitie

wandelschoen - Zelfstandignaamwoord
1. (schoeisel) (sport) schoeisel dat speciaal geschikt is om grote wandelingen mee te maken
De juiste wandelschoen is een basisvereiste voor 'tredzekerheid' tijdens het wandelen.
2. (schoeisel) licht, gemakkelijk zittend schoeisel met lage hakken, geschikt om op straat te wandelen
Maar ook de „normale" wandelschoen waarvan de hak slechts iets hoger ligt dan de zool, wordt door sommige experts in lichaamshouding en beweging als ongezond beschouwd.

Woordherkomst
samenstelling van wandel(werkwoord) en schoen

Synoniemen
[1] bergschoen
[2] trotteur

Antoniemen
[2] pump (bij damesschoenen)
[2] werkschoen (bij herenschoenen)