wandelschoen - Zelfstandignaamwoord
1. (schoeisel) (sport) schoeisel dat speciaal geschikt is om grote wandelingen mee te maken
♢ De juiste wandelschoen is een basisvereiste voor 'tredzekerheid' tijdens het wandelen.
2. (schoeisel) licht, gemakkelijk zittend schoeisel met lage hakken, geschikt om op straat te wandelen
♢ Maar ook de „normale" wandelschoen waarvan de hak slechts iets hoger ligt dan de zool, wordt door sommige experts in lichaamshouding en beweging als ongezond beschouwd.
Woordherkomst
samenstelling van wandel(werkwoord) en schoen
Synoniemen
[1] bergschoen
[2] trotteur
Antoniemen
[2] pump (bij damesschoenen)
[2] werkschoen (bij herenschoenen)
Gepubliceerd op 31-10-2017
wandelschoen
betekenis & definitie