Gepubliceerd op 31-10-2017

wan

betekenis & definitie

wan - Zelfstandignaamwoord
1. (landbouw) een mand om koren te zuiveren van kaf en stro
2. (techniek) blaasbalg van een smidse
3. reservoir van sommige soorten ovens (zie wanoven)
4. (informatica) acroniem voor 'wide area network' (idem lan)

wan - Bijvoeglijk naamwoord
1. (verouderd) schadelijk, slecht, verkeerd

wan - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wannen
♢ Ik wan
2. gebiedende wijs van wannen
wan!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wannen
wan je?