Gepubliceerd op 31-10-2017

vrijdags

betekenis & definitie

vrijdags - Bijvoeglijk naamwoord
1. (tijdrekening) op de vrijdag betrekking hebbend
Lekker onbezorgd een vrijdags terrasje doen in Leuven!

vrijdags - Bijwoord
1. (tijdrekening) op vrijdagen
We gaan vrijdags meestal winkelen.

Woordherkomst
Afgeleid van vrijdag met het achtervoegsel -s

Synoniemen
's vrijdags