vrijbuiter - Zelfstandignaamwoord
1. (geschiedenis) (scheepvaart) een zeerover die niet zijn buit grotendeels zoals een kaper aan de staat afstond, maar vrijelijk op de markt verkocht
♢ Kapers werden vaak vrijbuiters als hun dat uitkwam, zodat het verschil niet zo groot was.
2. iemand die niet vies is van een beetje avontuur, een avonturier
♢ Oh, die? Dat was altijd al een vrijbuiter!
3. (scheepvaart) een klassieke, houten zeilboot
Woordherkomst
afgeleid van vrijbuiten met het achtervoegsel -er
Synoniemen
[1] filibuster, kaper, zeerover
Verwante begrippen
vrijbuiten, kaperbrief, kaperschip, kapersschip, zeeroverschip
Gepubliceerd op 31-10-2017
vrijbuiter
betekenis & definitie