volladen - Werkwoord
1. (ov) (transport) de vrachtruimte van een vervoermiddel tot het maximum vullen
♢ De havenkraan laadde het scheepsruim vol met zand.
2. (ov)(elektrotechniek) de laadcapaciteit van een accu tot het maximum vullen
♢ Deze zware acculader laadt de accu binnen twee uur weer vol.
Woordherkomst
samenstelling van vol en laden
Antoniemen
[1] afladen, ontruimen, uitladen
[2] ontladen
Verwante begrippen
[1] gewicht, lading, last, overladen, volume, vracht, [2] accu, capaciteit, druppellading, laadstroom
Gepubliceerd op 31-10-2017
volladen
betekenis & definitie