volkstaal - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) de taal van het gewone volk, vaak informeel van aard en soms als minder beschaafd gezien, in tegenstelling tot de standaardtaal
♢ In de Vroegmoderne Tijd werd de literatuur overal in Europa gekenmerkt door de tweetaligheid van Latijn en volkstaal.
Woordherkomst
samenstelling van volk en taal met het invoegsel -s-
Verwante begrippen
dialect, standaardtaal, streektaal
Gepubliceerd op 31-10-2017
volkstaal
betekenis & definitie