Gepubliceerd op 31-10-2017

vloeien

betekenis & definitie

vloeien - Werkwoord
1. ergatief zacht stromen
De honing was uit de omgevallen pot gevloeid.
2. ~ van papier: inkt opzuigen
3. (ov) met vloeipapier droogmaken
Hij vloeide voorzichtig het opstel dat hij met zijn kroontjespen geschreven had.

vloeien - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vloei