vitaal - Bijvoeglijk naamwoord
1. vol levenskracht
♢ Hij is een vitale ouwe baas.
2. van levensbelang
♢ Het behoud van dat steunpunt was van vitaal belang voor de oorlogsvoering.
Woordherkomst
hier komt de etymologie van het woord-->
Synoniemen
levenskrachtig
Gepubliceerd op 31-10-2017
vitaal
betekenis & definitie