viskeus - Bijvoeglijk naamwoord
1. (natuurkunde) stroperig (dikvloeibaar) ten gevolge van inwendige wrijving
♢ Door de polymerisatie werd het mengsel steeds viskeuzer.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse visqueux of daarvoor van het Latijnse 'viscum' (maretak, lijm daarvan)
Gepubliceerd op 31-10-2017
viskeus
betekenis & definitie