virtueel

betekenis & definitie

virtueel - Bijvoeglijk naamwoord
1. als simulatie of in gedachten aanwezig, schijnbaar bestaand (d.w.z. de waarneming is correct en voor iedereen hetzelfde maar wat men ziet 'is er niet' of 'is anders')
♢ Virtuele Snelheid toch is niet eene zoodanige, die een ligchaam daadwerkelijk heeft, maar eene snelheid, welke het zou hebben, indien het bewogen wierde.
♢ De Luxemburger reed lang virtueel in het geel, maar Voeckler hield uiteindelijk net genoeg van zijn voorsprong over om nog een dag in het geel te blijven.
2. (informatica) slechts op het internet of op een technologisch apparaat aanwezig
♢ Veel van deze gecombineerd fysiek/virtuele bedrijven boeken nu meer succes dan online dan hun zuiver virtuele concurrenten.
♢ De speler bereikt daarmee dat in de virtuele wereld zijn karakter bepaalde handelingen verricht die door anderen, die zich in dezelfde wereld bvinden, waarneembaar zijn.
3. bijna, vrijwel
♢ Monumental tombs were virtually unknown in the early Islamic period.|Monumentale grafkelders waren vrijwel onbekend in de vroege islamitische periode.

Woordherkomst
afgeleid van het Franse virtuel of daarvoor van het Latijnse 'virtus' (uitnemendheid) met het achtervoegsel -eel

Antoniemen
echt, feitelijk, praktisch