vin - Zelfstandignaamwoord
1. (zoötomie) uitstekend lichaamsdeel van vissen en andere aquatische dieren die zij gebruiken voor de voortbeweging
♢ Een vis heeft zowel gepaarde als ongepaarde vinnen.
2. een zwemvin, gebruikt bij het snorkelen en duiken, onderdeel van een snorkeluitrusting en duikuitrusting
3. klein zwaard, soms meerdere, onder een kite-of surfboard
Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse woord vinne
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Geen vin verroeren.
Zich volledig stilhouden.
Gepubliceerd op 31-10-2017
vin
betekenis & definitie