Gepubliceerd op 31-10-2017

vierpotig

betekenis & definitie

vierpotig - Bijvoeglijk naamwoord
1. vier poten hebbend
Zijn bed veranderde in een groot vierpotig dier en hij lag vastgebonden op de rug van dat dier.}

Woordherkomst
samenstellende afleiding van vier en poot met het achtervoegsel -ig