verzand - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzanden
♢ Ik verzand
2. gebiedende wijs van verzanden
♢ verzand!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzanden
♢ verzand je?
verzand - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van verzanden
1. vormt de voltooide tijden
♢ De toegang tot de haven is verzand.
♢ Het gesprek is verzand in oeverloos gewauwel over pietluttigheden.
2. attributief gebruikt
♢ De partijen willen nieuw leven in de verzande samenwerking blazen.
Gepubliceerd op 31-10-2017
verzand
betekenis & definitie