vermoed - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermoeden
♢ Ik vermoed
2. gebiedende wijs van vermoeden
♢ vermoed!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermoeden
♢ vermoed je?
vermoed - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van vermoeden
1. vormt de voltooide tijden
♢ Ik had wel enigszins vermoed dat dit zou gebeuren.
♢ Zelfs hij kon toen onmogelijk hebben vermoed dat hij zo snel gelijk zou krijgen.
2. vormt de onpersoonlijke lijdende vorm
♢ Wat al vermoed werd bevestigt dit bericht.
♢ De problemen zijn groter dan aanvankelijk werd vermoed.
3. attributief gebruikt
♢ Van elk geval van fraude of vermoede fraude moet melding gemaakt worden.
Gepubliceerd op 31-10-2017
vermoed
betekenis & definitie