vermist - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermissen
♢ Jij vermist
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermissen
♢ Hij vermist
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vermissen
♢ vermist!
vermist - Bijvoeglijk naamwoord
1. waarvan de verblijfplaats en het welbevinden niet zeker is
♢ Het vermiste meisje werd uitgeput en met een gebroken been aangetroffen op de berghelling.
Woordherkomst
[1-3] vermis met de uitgang -t
Gepubliceerd op 31-10-2017
vermist
betekenis & definitie