Gepubliceerd op 31-10-2017

veem

betekenis & definitie

veem - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd), (juridisch), (middeleeuwen) een veemgericht, een vaak geheime rechtbank van vrije burgers voor strafzaken
2. (verouderd) een groep eedgenoten of vennoten
3. vennootschap of gebouw voor het opslaan van goederen
Op de kaasmarkt zijn de dragers van de verschillende vemen te herkennen aan de kleur van hun linten.

Woordherkomst
Van (S): veme; eerdere afstamming is onduidelijk.