Gepubliceerd op 31-10-2017

vastzetten

betekenis & definitie

vastzetten - Werkwoord
1. (ov) iets zodanig zetten dat het niet meer bewegen kan
Bij het aanmeren van het schip moest men eerst het schip vastzetten voordat men kon overladen.
2. (ov) (financieel) geld op een spaarrekening zetten voor een bepaalde tijd waarbij men niet vrijelijk over het geld kan beschikken
3. (ov) iemand in een gevangenis opsluiten

vastzetten - Werkwoord
1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vastzetten
♢... dat wij vastzetten
♢... dat jullie vastzetten
♢... dat zij vastzetten

Woordherkomst
samenstelling van vast en zetten

Verwante begrippen
[1] bevestigen, fixeren, vastmaken, verstevigen, vastbinden