vastleggen - Werkwoord
1. (ov) bewaren van gegevens
♢ Hij had het ongeluk op film vastgelegd.
2. (ov) ervoor zorgen dat iets vastzit aan iets anders
♢ Je kunt de hond beter vastleggen voordat je de winkel ingaat.
3. (refl) een contract aangaan
♢ De jonge voetballer had zich vastgelegd om de komende tien jaar bij de profclub te blijven.
Woordherkomst
samenstelling van vast en leggen
Synoniemen
[1] opslaan, opnemen
[2] vastmaken
Gepubliceerd op 31-10-2017
vastleggen
betekenis & definitie