vals - Bijvoeglijk naamwoord
1. onecht, niet legitiem
♢ Dit zijn valse biljetten van €20.
2. bij honden: geneigd tot wangedrag, zoals onverhoeds bijten
♢ Deze hond is mishandeld en daardoor vals geworden.
Verwante begrippen
[2] boosaardig, kwaadaardig
Gepubliceerd op 31-10-2017
vals
betekenis & definitie