valling - Zelfstandignaamwoord
1. (Zuidnederlands) een virusinfectie van de neus of keel
♢ Hij had onlangs een zware valling.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van vallen met het achtervoegsel -ing. De figuurlijke betekenis komt voort uit de leer van de lichaamssappen (die teruggaat op Hippokrates van Kos): het slijm (in het Grieks phlegma) "valt" als snot of fluimen "neer" uit de hersenen, waar het thuis hoort.
Synoniemen
verkoudheid
Gepubliceerd op 31-10-2017
valling
betekenis & definitie