Gepubliceerd op 31-10-2017

uniëren

betekenis & definitie

uniëren - Werkwoord
1. (refl) (ov) een unie sluiten, (zich) verenigen
De Britse methodisten unieerden zich in de jaren dertig.
In 1596 besloot de orthodoxe synode van Brest zich te uniëren met Rome.

Woordherkomst
afgeleid van het Franse unir (met het achtervoegsel -eren)