Gepubliceerd op 31-10-2017

uitwijken

betekenis & definitie

uitwijken - Werkwoord
1. ergatief van richting veranderen om een obstakel te vermijden
De automobilist was plotseling uitgeweken om een botsing met een overstekende ree te vermijden.
2. ergatief naar een ander land vluchten, veelal om politieke redenen
Zij waren naar het buurland uitgeweken.
3. (in België) emigreren; ook verhuizen naar een ander landsgedeelte in België

Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en wijken(werkwoord)

Synoniemen
[1] opzijgaan