uitvliegen - Werkwoord
1. (intr) naar buiten (uit nest of hok) vliegen
2. vertrekken
♢ als u die kant uitvliegt, loopt u op elk moment gevaar
Woordherkomst
samenstelling van uit en vliegen
Verwante begrippen
vervliegen, wegvliegen
Gepubliceerd op 31-10-2017
uitvliegen
betekenis & definitie