• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Nederlandstalige WikiWoordenboek

Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Gepubliceerd op 31-10-2017

uitputte

betekenis & definitie

uitputte - Werkwoord
1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitputten
♢... dat ik uitputte
♢... dat jij uitputte
♢... dat hij, zij, het uitputte
2 (in een bijzin) aanvoegende wijs van uitputten

< > Bronvermelding

Alsjeblieft
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie!

Gerelateerd

  • Betekenis van uitputte
  • Lukraak woord

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden

Bronnen

Bronnen:

  • CC BY-SA 3.0
  • Wiktionary uitputte