uitgaand - Deelwoord
1. onvoltooid deelwoord van uitgaan
1. attributief gebruikt
♢ Binnenkomend en uitgaand materiaal wordt systematisch bijgehouden.
♢ De gemeente gaat overlast die uitgaande jeugd veroorzaken aanpakken.
2. bijwoordelijk gebruikt
♢ Ervan uitgaande dat het weer goed blijft, zal de lancering doorgaan.
♢ Uitgaand van dat aantal gasten, hebben we meer drank nodig.
Gepubliceerd op 01-11-2017
uitgaand
betekenis & definitie