Gepubliceerd op 01-11-2017

uitgaand

betekenis & definitie

uitgaand - Deelwoord
1. onvoltooid deelwoord van uitgaan
1. attributief gebruikt
Binnenkomend en uitgaand materiaal wordt systematisch bijgehouden.
De gemeente gaat overlast die uitgaande jeugd veroorzaken aanpakken.
2. bijwoordelijk gebruikt
Ervan uitgaande dat het weer goed blijft, zal de lancering doorgaan.
Uitgaand van dat aantal gasten, hebben we meer drank nodig.