twisten - Werkwoord
1. (inerg) onenigheid hebben
♢ Het scheidende echtpaar twistte openbaar over het lot van hun kinderen, maar tot een publieke veldslag kwam het nooit.
2. (inerg) een heftige discussie voeren
♢ Zij twistten over de vraag hoe de bermen in Nederland het best beheerd kunnen worden.
twisten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord twist
Woordherkomst
afgeleid van twist met het achtervoegsel -en
Gepubliceerd op 01-11-2017
twisten
betekenis & definitie