tweetalig - Bijvoeglijk naamwoord
1. in twee talen, in twee talen kunnen spreken
♢ In Nederland zijn er steeds meer middelbare scholen die tweetalig onderwijs geven.
Woordherkomst
Samenstellende afleiding van twee en taal met het achtervoegsel -ig
Gepubliceerd op 01-11-2017
tweetalig
betekenis & definitie