trippelen - Werkwoord
1. met veel, zeer kleine pasjes bewegen
♢ Met de pop in den arm komt zij in hare vuurroode schoentjes naar ons toe getrippeld.
Woordherkomst
(freqtt) trippen met het achtervoegsel -el
Gepubliceerd op 01-11-2017
trippelen
betekenis & definitie