trio - Zelfstandignaamwoord
1. (muziek) een muziekstuk voor drie spelers
♢ We hebben een leuk triootje gespeeld vanmiddag.
2. een groep van drie personen die gezamenlijk optreedt
♢ Dit trio heeft grote bekendheid verworven.
Synoniemen
drietal
Verwante begrippen
[1] solo, duo, duet, kwartet, kwintet, sextet, septet, octet, nonet
Gepubliceerd op 01-11-2017
trio
betekenis & definitie