treffend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vantreffen
treffend - Bijvoeglijk naamwoord
1. precies het doel rakend
♢ Er was een treffende gelijkenis tussen de drie zusjes je kon de foto's en de onderschriften veranderen zonder dat iemand het merkte.
2. het doel krachtig rakend
♢ In deze bloemlezing staan 60 treffend verhalen over zieke kinderen.
Synoniemen
aandoenlijk, roerend
Gepubliceerd op 01-11-2017
treffend
betekenis & definitie