toonloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder nadruk of duidelijke nuancering in het stemgeluid
2. (taalkunde) onbeklemtoond
Woordherkomst
afgeleid van toon met het achtervoegsel -loos
Verwante begrippen
gesmoord, toonloosheid
Gepubliceerd op 01-11-2017
toonloos
betekenis & definitie