toevoer - Zelfstandignaamwoord
1. het pad waarlangs iets een bepaalde plek bereikt
♢ Daarmee raakte de toevoer van koelwater geblokkeerd.
2. datgene wat toegevoerd wordt
♢ De toevoer van koelwater is niet groot genoeg.
toevoer - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toevoeren
♢... dat ik toevoer
Woordherkomst
samenstelling van toe en voer
Gepubliceerd op 01-11-2017
toevoer
betekenis & definitie