toevallen - Werkwoord
1. (intr) bedeeld worden met, ten deel vallen
2. (intr) dichtvallen
♢ Het kindje had slaap en zijn oogjes vielen toe
toevallen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toeval
Woordherkomst
samenstelling van toe en vallen
Gepubliceerd op 01-11-2017
toevallen
betekenis & definitie