Gepubliceerd op 01-11-2017

titelloos

betekenis & definitie

titelloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder titel
In het titelloze laatste hoofdstuk van het boek stond de clou van het verhaal.
Het titelloze liedje werd een echte meezinger.

Woordherkomst
afgeleid van titel met het achtervoegsel -loos