titelloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder titel
♢ In het titelloze laatste hoofdstuk van het boek stond de clou van het verhaal.
♢ Het titelloze liedje werd een echte meezinger.
Woordherkomst
afgeleid van titel met het achtervoegsel -loos
Gepubliceerd op 01-11-2017
titelloos
betekenis & definitie