tijdloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet horend tot een tijdelijke modetrent, eeuwig, blijvend
♢ De lijnen van deze stoel hebben een tijdloze schoonheid
Woordherkomst
afgeleid van tijd met het achtervoegsel -loos
Synoniemen
achronisch
Gepubliceerd op 01-11-2017
tijdloos
betekenis & definitie