Gepubliceerd op 01-11-2017

tijdklok

betekenis & definitie

tijdklok - Zelfstandignaamwoord
1. (elektrotechniek) een schakelaar die om een bepaald tijdstip automatisch de schakeling omzet
Toen we op vakantie waren gebruikten we een tijdklok om 's avonds te laten lijken alsof we thuis waren.

Woordherkomst
samenstelling van tijd en klok

Synoniemen
tijdschakelaar, schakelklok