telefoneert - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telefoneren
♢ Jij telefoneert
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telefoneren
♢ Hij telefoneert
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van telefoneren
♢ telefoneert!
Gepubliceerd op 01-11-2017
telefoneert
betekenis & definitie