Gepubliceerd op 01-11-2017

tapijtschelp

betekenis & definitie

tapijtschelp - Zelfstandignaamwoord
1. (tweekleppigen) Venerupis senegalensis, weekdier met een vrij dikschalige, wat rechthoekige schelp dat in de Waddenzee en voor de Belgische kust leeft
De top van de tapijtschelp ligt ver naast het midden en de buitenkant van de schelp heeft een duidelijke traliewerkstructuur.