Gepubliceerd op 01-11-2017

tandsteen

betekenis & definitie

tandsteen - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) de afzetting van caliumzouten en verontreinigingen op gebitselementen
Een neanderthaler die 36.000 jaar geleden in de Grot van Spy (België) leefde, at flink wat schapenvlees. Dat is op een onverwachte manier ontdekt: het DNA van de schapen zat in het tandsteen dat nu nog op zijn tanden zit.

Woordherkomst
samenstelling van tand en steen