Gepubliceerd op 01-11-2017

tandholte

betekenis & definitie

tandholte - Zelfstandignaamwoord
1. (anatomie) ruimte binnen een gebitselement voor bindweefsel en zenuwen
2. (anatomie) gat in het kaakbeen voor een tandwortel
3. (techniek) ruimte tussen twee tanden van een tandwiel

Woordherkomst
samenstelling van tand(zelfstandig naamwoord) en holte(zelfstandig naamwoord)

Synoniemen
[1] pulpakamer
[2] tandkas, alveolus (dentali)