stuiten - Werkwoord
1. (ov) een beweging tot staan brengen
♢ De aanval werd door een katachtige duik van de doelman gestuit.
2. ergatief door botsing in omgekeerde richting gaan bewegen
♢ De bal stuitte tegen de muur.
stuiten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stuit
Uitdrukkingen en gezegden
♦ [1] De vooruitgang is niet te stuiten.
♦ [2] op iets stuiten
♦ [2] tegen de borst stuiten
Gepubliceerd op 01-11-2017
stuiten
betekenis & definitie